Om het negatieve te kunnen loslaten, en efficiënt denkpatronen of gedragspatronen te veranderen, moet het onbewuste worden bewerkt. Een groot deel van de menselijke activiteit wordt namelijk door dit onbewuste aangestuurd. Om grondig en blijvend iets te veranderen aan diepgewortelde overtuigingen en ingebakken gewoontes, is het belangrijk dat er van binnenuit iets verandert, zodat men steeds meer geloof hecht aan datgene dat je in je onbewuste zou willen inbrengen.
“Met het onbewuste en het onderbewuste worden geestelijke processen (gedachten en gevoelens) bedoeld, die plaatsvinden zonder dat we daar bewust mee bezig zijn. Het onbewuste en het onderbewuste zijn echter niet duidelijk meetbaar of waarneembaar, en de termen dienen om de ingewikkelde processen in de hersenen te kunnen omschrijven.” (Wikipedia)
Sinds Freud zijn er talloze pogingen ondernomen om een onderscheid te maken tussen het bewuste en onbewuste (of onderbewuste) denken. In zijn klassieke ijsbergmodel staat het zichtbare deel van de ijsberg voor het bewuste (10% van onze psyche), en het deel onder de zeespiegel voor het onderbewuste (90%). Dit grootste deel van onze psyche stuwt dan ook het blootgestelde deel aan. Psychoanalyse zou inzicht in dit onderbewuste deel bieden, waardoor we meer controle over het bewuste zouden krijgen. Ook zou hypnose de deur naar het onbewuste openen en beter toelaten het te bewerken.
In “Thinking Fast and Slow”, heeft Nobelprijswinnaar Kahneman het over grotendeels dezelfde processen, maar dan in andere termen gegoten. Namelijk het snelle denken van Systeem 1 (S1) en het trage denken van Systeem 2 (S2). Systeem 1 komt grotendeels overeen met wat wij verstaan onder het onderbewuste. Het werkt snel en automatisch, met weinig inspanning en zonder gevoel van vrijwillige controle. S2 omvat daarentegen het bewustere, rationele denken. Al identificeren we vaker met S2, is S1 de echte held van het verhaal, aangezien het S1 is dat uiteindelijk de keuzes aanstuurt van S2.
Het is echter wel mogelijk om er invloed op uit te oefenen zodat deze systemen beter op mekaar inspelen.
“Systeem 2 heeft het vermogen om de manier waarop Systeem 1 werkt te veranderen door de normaal gesproken automatische functies van aandacht en geheugen te ‘programmeren’.” (23) Het voorzichtige, maar vaak luie S2 is dan ook verantwoordelijk voor onze wilskracht, en helpt ons om de impulsen van ons impulsieve S1 te weerstaan. Ons intuïtieve S1 genereert indrukken, gevoelens en voorkeuren, die wanneer zij goedgekeurd worden door S2, veranderen in overtuigingen, attitudes en intenties (105).
Goleman heeft het in zijn meest recente bestseller o.a. over “innerlijke kompas” (65) “innerlijke leidraad”, en “innerlijke radar”, en legt de verwante werking van de hersenen uit:
“De regels die wij op basis van onze ervaringen bij het nemen van beslissingen hanteren, komen tot stand in subcorticale neurale netwerken die de resultaten van elke gebeurtenis in ons leven verzamelen, opslaan en toepassen, en zo een innerlijke leidraad vormen. In de hersenen liggen onze diepste bedoelingen en motivaties in deze subcorticale gebieden opgeslagen. Die gebieden kennen slechts een beperkte verbinding met de meer uitgesproken gebieden van de neocortex, maar juist een sterke band met het instinct. We kennen onze waarden door de eerste indruk over wat goed en verkeerd aanvoelt, en daarna brengen we die gevoelens voor onszelf onder woorden.
Zelfbewustzijn is dus het resultaat van een essentiële vorm van concentratie, waarmee we het subtiele geroezemoes dat ons door het leven kan leiden in onszelf kunnen opvangen. We zullen in het vervolg zien dat deze innerlijke radar ook de sleutel bevat tot beheer over wat we doen – en zeker ook wat we níét doen. Dit interne controlesysteem bepaalt voor een groot deel of ons leven de moeite waard of een worsteling is.” (Goleman 65)
Ook Goleman heeft het over 2 aparte mentale systemen:
Onze hersenen bevatten twee semionafhankelijke, grotendeels gescheiden systemen. Het ene beschikt over een enorme harde schijf en draait onafgebroken, lost in alle rust onze problemen op en verrast ons met plotselinge oplossingen voor ingewikkeld gepieker. Omdat dit deel buiten het gezichtsveld van ons bewustzijn functioneert, merken we niet hoe het werkt. Dit systeem presenteert de vruchten van zijn harde werk ogenschijnlijk vanuit het niets en in allerlei verschillende vormen, van het sturen van de syntaxis van een zin tot het opstellen van complete wiskundige bewijzen. (28)
In de cognitiewetenschap noemt men dit functioneren van de neurale machinerie van het lagere deel van de hersenen ‘bottom-up’. Daartegenover staat ‘top-down’, dat verwijst naar hersenactiviteit die vooral in de neocortex plaatsvindt. Deze ziet toe op zijn doelen en legt die op aan de subcorticale structuren. Het is eigenlijk net alsof er twee hersenen aan het werk zijn.
De ‘bottom-up’-hersenen:
• zijn sneller – opereren in milliseconden;
• werken onwillekeurig en automatisch – staan altijd aan;
• zijn intuïtief – functioneren aan de hand van associatienetwerken;
• zijn impulsief – werken op basis van emoties;
• voeren bekende routines uit, zijn de gids voor ons handelen;
• sturen onze geestelijke beelden van de wereld.En de ‘top-down’-hersenen:
• zijn langzamer;
• functioneren vrijwillig;
• vergen inzet;
• zijn de zetel van zelfbeheersing, waar soms van vaste routines kan worden afgeweken en emotionele impulsen kunnen worden onderdrukt;
• kunnen nieuwe modellen leren, nieuwe plannen maken en zich – binnen grenzen – over ons automatische repertoire ontfermen.Vrijwillige aandacht, wilskracht en bewuste keuzes zijn top-down; op reflex gebaseerde aandacht, impulsen en mechanische gewoonten zijn bottom-up (net als de aandacht die getrokken wordt door een stijlvol pak of een spitsvondige reclame). Aandacht voor de schoonheid van een zonsondergang, concentratie op wat we lezen of een serieus gesprek met iemand voeren zijn top-downactiviteiten. Ons geestesoog voert een de vrijwillig gestuurde focus. Het bottom-upsysteem doet aan multitasken, want het beoordeelt voortdurend allerlei signalen tegelijk, waaronder kenmerken van onze omgeving die nog niet ten volle geregistreerd zijn. Het analyseert wat in ons perceptiebereik komt en laat dan pas weten wat het als relevant voor ons beoordeelt. Ons top-downdenken staat langer stil bij wat het aangeboden krijgt, bekijkt die dingen een voor een en analyseert ze diepgaander. (27-28)
Tevens wordt er naar het onderbewuste verwezen wanneer men het heeft over “intuïtie, het buikgevoel of instinct”. In een lezing over “inner child meditation”, zegt Dr. Hew Len, een bekende Ho’ponopono leraar, dat de belangrijkste relatie van de mens deze tussen ons bewuste en onbewuste is, en hij benoemt deze als de relatie tussen moeder en kind. De moeder is hierbij het bewuste (“the mother aspect of creation”), en het kind het onbewuste .
Aangezien het onderbewuste geprogrammeerd wordt door het kind, blijft het zich ook voelen en gedragen als een kind. Dit ‘innerlijke kind’ werd door Freud “Id” genoemd, en Eric Berne verwijst er in zijn Transactionele Analyse naar als de “ego-toestand” van het “Kind”. De door Eckhart Tolle beschreven “pain body” dat de emotionele pijn uit het verleden dat vandaag nog bij je aanwezig is omvat, kan men tevens vergelijken met het gekwetste innerlijke kind dat nog van zich laat horen wanneer het zich onjuist bejegend, bedreigd, angstig of boos voelt. Vandaar dat we soms bijvoorbeeld buitenproportioneel reageren op schijnbaar insignificante feiten, omdat onze pain body er door getriggerd wordt. Beseffen welke soort situaties je “pain body” triggeren, stelt je nadien beter in staat om er waakzamer mee om te gaan.
Het kan enorm nuttig zijn om simpelweg bewust te zijn van deze pain body, of van je innerlijke kind, en er van op afstand, vanuit de volwassen positie, zonder oordeel en met vriendelijke aandacht naar te kijken zodra het naar boven komt of het kind lastig begint te doen, zodanig dat je je er niet mee identificeert of mee samenvalt.
Bewerken van het onbewuste met HEVIBAON
De voorwaarden om iets binnen te brengen in het onbewuste beschrijft Dr. Kris Roose met het geheugensteuntje HeViBaOn: Herhaling, Visueel, aangenaam Basisgevoel en Ontspanningstoestand. Onze hersenen gebruiken deze criteria om een selectie te maken uit de oneindige hoeveelheid informatie die continu op ons afkomt. De natuur gebruikt “enkele eenvoudige regeltjes om te oordelen hoe belangrijk iets is, ondermeer:
• het signaal komt herhaaldelijk voor
• het is visueel rijk (waardoor er veel meer associaties worden opgeroepen)
• het gaat gepaard met een aangenaam of onaangenaam basisgevoel
• we zijn geconcentreerd en ontspannen bezig met het betreffende signaal” (Roose)
Zowel Hypnose als Autosuggestie maken hier bijvoorbeeld gebruik van, maar ook andere technieken die het onbewuste willen beïnvloeden bevatten doorgaans deze eigenschappen.
Herhaling: Aangezien onze hersenen redeneren dat iets dat maar 1 keer gebeurt wel niet belangrijk zal zijn, is het cruciaal om, net zoals bij het studeren, de gewenste info meermaals aan te bieden zodat het beter blijft hangen. Roose merkt op dat uiteraard ook een eenmalige gebeurtenis in ons geheugen kan gegraveerd blijven, zeker wanneer het iets emotioneel aangrijpends is, omdat het dan o.a. ook mentaal herhaald zal worden.
Visueel: Naast herhalen is samenvatten, structureren en het visueel aantrekkelijk maken van b.v. een studiecursus tevens een enorme studiehulp. Bijna 50% van de sensorische cortex is visueel, wat ervoor zorgt dat we visuele info subjectief het belangrijkste vinden. Het zich levendig en gestructureerd visualiseren van de hoofdzaak van hetgeen je in je onbewuste wil inbrengen zal, net als bij optimaal studeren, alvast enorm helpen.
Als derde voorwaarde voor de hersenen om iets de moeite waard te vinden om te registreren, noemt Roose de link met emoties. Onze hersenen maken namelijk een onderscheid tussen emotioneel en niet emotioneel geladen informatie. Daarenboven zal een aangenaam vooruitzicht sneller eventuele weerstanden wegnemen en zal de zelfbeïnvloedingstechniek op termijn op zichzelf een aangenaam gevoel opwekken, net als een soort Pavlov reactie. Tenslotte maakt een ontspannen toestand het ons makkelijker om “gewenste beelden, denk- en gevoelspatronen binnen te brengen in het Onbewuste”, aangezien de ontspanningstechniek de poort van het onbewuste helpt openen waardoor het onbewuste toegankelijker wordt.
Figuur 1. Beïnvloeding onbewuste (Roose)